Bauke Liefers
  • home
  • over mij
    • Bundel
    • Nog niet af....
    • Wat kan ik voor u betekenen
  • gedichten
    • voelen
    • bedankt Grutto
  • mezelf in de media
  • contact met mij

Bundel

Met driftige passen stapt ze de brasserie van het hotel binnen.
Wapperend met een programmaboekje dwaalt haar blik haastig langs de
mensen aan de tafeltjes. Ze komt uit de richting van de grote zaal,
flarden zeemansliederen in haar kielzog. Haar handen zet ze als een
toeter om haar mond. ‘Wie is de vriendin van Pelle Dekker? Ik zoek de
vriendin van Pelle Dekker!’. Ik schrik. Is er iets met hem aan de
hand? Ja, er is vast iets niet orde, die mevrouw doet niet voor niets
zo gejaagd. Ik ga staan en ze ziet mijn bezorgde gezicht . Ze is
razendsnel bij me. Ze klemt een pezige hand om mijn schouder. ‘Wat…?’.
Voor ik mijn vraag kan stellen, neemt ze met schrille stem het woord:
‘Een bundel! Ik moet snel een gedichtenbundel van hem hebben. Hij zei
dat zijn vriendin er nog een had. Hij kan elk moment aan de beurt
zijn.’ Opgelucht lach ik naar mijn tafelgenoot . ‘Mag ik Die ene dag
even van u lenen?’. De man haalt het boekje grinnikend uit zijn tas.
Nog geen kwartier geleden verkocht Pelle dit laatste exemplaar aan
deze onbekende man. Hij raakte spontaan met hem in gesprek, zoals hij
overal gesprekken aanknoopt. Hij verkoopt ‘al die aardige mensen’ zijn
gedichtenbundels of krijgt iets anders van ze gedaan. ‘Ik sprak zo’n
leuk stel in de supermarkt’, of ‘zo’n aardige mevrouw in de bus’,
‘zo’n sympathieke vent op het terras’ of ‘zo’n geschikte kerel naast
me bij de kapper’. Zijn dag is goed als hij in een café een cappuccino
krijgt van zomaar iemand. Als hij met de lijnbus gaat en de chauffeur
hem gratis meeneemt. Als hij met wildvreemden mailadressen uitwisselt
omdat ze een Harley Davidson hebben. Zo mocht hij al mee naar een
voetbalwedstrijd, maakte hij een ritje in een vrachtwagen, zat hij in
de zijspan van een motor, vond hij een schrijfster voor zijn biografie
en een vriendin om de liefde mee te bedrijven. Het leven lacht hem
niet altijd toe, maar de mensen wel. Hij geniet met volle teugen als
hij, soms wel drie keer in een week, gratis met de bus naar de stad
gaat. Bij de gerenommeerde boekhandel vraagt hij of er nog
gedichtenbundels van hem zijn verkocht. Als het antwoord ‘ja’ is,
krijgt hij een deel van de verkoopprijs contant in zijn zak. Maar de
laatste tijd krijgt hij bij alle boekhandels te horen dat zijn bundels
allemaal zijn uitverkocht. Ook dat maakt hem blij. Triomfantelijk
roept hij, tegen niemand in het bijzonder: ‘Uitverkocht! Geweldig
toch, ik ben helemaal uitverkocht!’. Met de geleende bundel loop ik
hoofdschuddend achter de bijna rennende mevrouw aan. Als we in de
grote zaal komen, horen we de laatste klanken van een piratenlied
wegsterven. Ik druk het gedichtenboekje bij de vrouw in haar hand. Ze
pakt de microfoon en zegt dat we vandaag onverwacht een echte dichter
in ons midden hebben. En dat hij spontaan wil voordragen uit eigen
werk. De mensen klappen aarzelend, verwachtingsvol. Ik blijf opzij in
het gangpad staan en voel dat mijn tenen zich ongemakkelijk krommen.
Zijn stem klinkt onvast als hij begint te lezen. De stille insluiper
heet zijn gedicht. Over de ziekte Multiple Sclerose, die hem sinds
zijn 23ste in zijn greep heeft. Die hem heeft veranderd van een
gezonde jonge hond in een hulpbehoevende dertiger, die nu, vanuit zijn
rolstoel, de dansende letters aan elkaar probeert te rijgen. Iemand
moet het boekje voor hem vasthouden. Haperend, terwijl hij de tranen
met ongecontroleerde vegen van zijn wangen probeert te krijgen, draagt
hij zijn gedicht voor. Het spotlicht is op hem gericht, hij heeft de
onverdeelde aandacht van iedereen in de zaal. Het applaus is
oorverdovend. Zijn lip trilt, maar zijn natte gezicht straalt. Hij zou
zijn hele bundel wel willen voorlezen. Maar de zenuwachtige
presentatrice zwaait alweer met haar programmaboekje.

Jolien Doorduin

Powered by Create your own unique website with customizable templates.